*

Lees eerst dit: Tip
Woordenboek
Zoek de woorden op die je niet kent met deze woordenboek
Video: uitleg voltooide tijd.
Heb je de les gemist, ga naar TN 2 grammatica les 7.

1

Alfabetische volgorde
Online oefenen
1. Alfabetische volgorde
Werkbladen.
Download de bestanden
1. Landen alfabet
2. Namen alfabet.
3. Plaatsen alfabet.

2

Enkelvoud / Meervoor
Werkbladen
Download de bestanden
Enkelvoud
1. Maak van de zinnen enkelvoud.
2. Maak van de zinnen enkelvoud.
3. Maak van de zinnen enkelvoud.
Werkbladen.
Meervoud
1. Maak meervoud van de zinnen.
2. Maak meervoud van de zinnen.
3. Maak meervoud van de zinnen.

3

Waneer gebruik je een hoofdletter?
Werkbladen.
Download de bestanden
1. Hoofdletters.
2. Hoofdletters.
3. Hoofdletters.

4

Schrijf de zinnen in de tegenovergestelde op
Werkbladen.
Download de bestanden
1. Tegenovergestelde.
2. Tegenovergestelde.
3. Tegenovergestelde.

5

Verplichte taal oefeningen:
Online oefenen
1. Spellen.
2. Voegwoorden.
3. Woordenschat.
4. Welke zinnen horen bij elkaar.
5. Welke zinnen horen bij elkaar 2.
6. Welke zinnen horen bij elkaar 3.
7. Welke zinnen horen bij elkaar 4.

*

Nt2 B1 online oefenen
Luisteren
Doe deze oefeningen allemaal!
Download eerst de opgavenboekjes
B1 Luisteren.

Kern 5

Online oefenen:;Met de leestrainer / Taal 8
1. Persoonsvorm verleden tijd met - te
2. Persoonsvorm verleden tijd met - te
3. Persoonsvorm verleden tijd met - te
4. Bijvoeglijk naamwoord
5. Wat is een werkwoord?
1. Alfabetische volgorde
2. Zelfstandig naamwoord 1
3. Zelfstandig naamwoord 2
4. Zinnen samenvoegen.
5. Zoek de bijvoeglijk naamwoorden

Kern 5, 6

Online: Begrijpend lezen bestaat uit 4 verhaaltjes per keer. De verhaaltjes zijn online te lezen. Met en zonder audio. Hier in kan jezelf beslissen.

of je dit nodig hebt.

Hoe werkt dit?
1. Lees het verhaaltje. 2. maakt de vragen. 3. dit doe je bij alle verhaaltjes. 4. en dan kan je het verzenden. 5. klik dan op > resultaten weergeven.
6. dan zie je hoeveel je er goed hebt en wat fout is.

Dit programma is ook geschikt voor het leren van lettergrepen, zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijwoorden. Dit doe je met je docent of taalcoach. Er is een vertaler bij als een beeldplaat woordenboek.

1. Begrijpend lezen kern 5.
2. Begrijpend lezen kern 5
3. Begrijpend lezen kern 5
4. Begrijpend lezen kern 5
5. Begrijpend lezen kern 5
6. Begrijpend lezen kern 5
7. Begrijpend lezen kern 5/6
8. Begrijpend lezen kern 5/6
9. Begrijpend lezen kern 5/6
moet nog bewerkt worden moet nog bewerkt worden

 

 

Bezittelijk voornaamwoorden

Online oefenen: Zet de keuze hoofdletters aan.

Dictee 5 

Hier kun je vele woorden en zinnen oefenen.

 

Dictee 6

Hier kun je vele woorden en zinnen oefenen

 

 

Online oefenen: lezen 1

Anosmie

De verdwijntruc

Goocheme griel

Happy meal

Hier ben ik

Levensgevaarlijk

Onthoudwoorden

Ontwerp een bijenspel

Papier

Uit de sloot

Slang in bed

Tijl en de gierige buurman

vroeger: brandstof voor lampen

Windkracht

Pdf bestanden oefenen:  Taalles van juf Milou 10

Schrijf het op in je schrift.

2 Persoonsvorm zoeken

Acht, echt en icht

Ch en cht 1

Ch en cht 2

E/e die klinkt als u 1

E/e die klinkt als u 2

E/e die klinkt als u 3

Heid

Ig 1

Ig 2

Lijk

Heid, ig en lijk

Ng en nk 1

Ng en nk 2

Ng

S of een z 1

S of een z 2

S of een z 3

Online oefenen: lezen 1

De listige knaap

De natgeregende kabouter

De oude sultan

Geen zin

Gehaaid

Gezond of ongezond

Goed of fout

Hoe doe je dat maken?

Hoe vraag je het?

Hooikoorts

Ik schrik me dood!

Wat een hitte!

 

Welkom bij Meester Klaas. Hier leer je of je woorden met een D of T moet schrijven. De regels hoe dit moet, verschillen per woordsoort. Daarom krijg je per woordsoort uitgelegd hoe je deze kunt vinden en hoe je de woorden moet schrijven. Als je deze lessen gedaan hebt, kun je foutloos teksten schrijven.

 

Waar horen de leestekens bij?

Wat is de persoonsvorm?

Wat is niet de persoonsvorm?

Vind de persoonsvorm

Twee persoonsvormen in één zin

de persoonsvorm met een d, t

Test opgeven

Is het met t of d?

Begrijp je het?

1 Persoonsvorm in de tegenwoordige / verleden tijd oefenen

 

Pdf bestanden oefenen:  Taalles van juf Milou 9

Schrijf het op in je schrift.

Au of een ou

Au of een auw

Ou of een ouw

D klinkt als t 1

D klinkt als t 2

D klinkt als t 3

Ei of ij 1

Ei of ij 2

Ei of ij 3

i klingt als ie 1

i klingt als ie 2

Spelling 1

Spelling 2

Spelling 3

Spelling 4

Tie woorden 1

Tie woorden 2

Spelling

Lees bundel begrijpend lezen

Bezittelijke voornaamwoorden

1. Van wie is het?:video:
2. Van wie is het?:video:
3. Van wie is het?:pdf:

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (1)

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (2)

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (3)

Persoonsvorm verleden tijd met -de (4)

Persoonsvorm verleden tijd met -de (5)

Verleden tijd met -te of -de (1)

Verleden tijd met -te of -de (2)

 

Alfa B naar C: lezen, praten en schrijven - Thema's

Pdf: Melkweg taal: Alfa B naar C

(dit doe je met je docent of taalcoach)

1. De tandarts
2. De cursus
3. Zorgverzekering
4. Vrijwilligerswerk
5. De buren
6. Een huis verzekeren
7. De huisarts
8. Diabetes
9. Medicijnen
10. De basisschool
11. Participatie 1:
12. Een huis kopen
13. In de war
14. Lekker en gezond
15. Participatie 2
16. Gas, water en licht
17. Participatie 3
18. Naar de speelzaal
19. Voortgezet onderwijs?
20. Pas op!
21. Participatie 4
22. Participatie 5
23. Wie woont waar?
24. Milieu
25. Te huur
26. Sport en bewegen

Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM) Arbeidsmarkt en Participatie

Pdf: Dit is verplicht voor je inburgering!

(dit doe je met je docent of taalcoach) Voor je begint, bekijk de video: Wat is de grondwet? Deze thema's komen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en is mede ontwikkeld door: Pro Demos, Huis voor Democratie & Rechtstaat

De samenleving
De democratie
De Rechtsstaat
De vrijheid
Het geloof
De zelfbeschikking
Gelijkwaardigheid
Discriminatie
De Participatieverklaring
De Nederlandse Arbeidsmarkt
Solidariteit en werk
De sollicitatiebrief
Geschiedenis Video's:
Wat is de grondwet?
Hoe word ik Nederlander?
Wie is de baas in Nederland?
De 2e Kamerverkiezingen.
2. Hoe moet je stemmen?
Waarom stemmen?
Hoe werkt de politiek in NL?
Wat doet de 2e Kamer?